- China telt naar verwachting 400 miljoen ouderen tegen 2040.
- Het land moet nog een antwoord vinden op de stijgende zorgbehoefte als gevolg van de vergrijzing.
- Er wordt onder meer gekeken naar collectieve verzekeringen voor werknemers in steden.
- Lees ook: Hoe de heropening van China een probleem kan worden voor Europa: hogere prijzen en strijd om schaars gas
China bereikte dit jaar een keerpunt. Afgelopen week werd bekend dat de bevolkingsomvang voor het eerst sinds 1960 is gekrompen.
En het is niet alleen de krimp van het aantal inwoners waar China mee te maken heeft. Een nog veel grotere uitdaging voor ’s lands bestuurders is de snel toenemende vergrijzing, ofwel de stijging van het aantal ouderen in verhouding tot het aantal jongeren.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verwacht dat China in het jaar 2040 meer dan 400 miljoen zestigplussers telt. Dat zou dan bijna een derde van de totale bevolking zijn. In 2019 waren dat er nog 254 miljoen.
“China werd een vergrijzende samenleving in 1999. Het zal een vergrijsde samenleving zijn in 2026, en een zeer vergrijsde samenleving in 2047,” zegt Sabrina Luk, universitair docent aan de Technische Universiteit Nanyang in Singapore.
Meestal blijven Chinese ouderen bij hun familie wonen en worden ze verzorgd door hun kinderen of kleinkinderen.
Er heerst in China een stigma op het plaatsen van ouderen in verzorgingstehuizen, zegt Luk, die twee studies over de vergrijzing in China heeft geschreven. Ze zegt ook dat respect voor ouderen een sterke waarde is in de Chinese samenleving en dat veel ouderen thuis willen blijven wonen.
Alleen als ouderen veel zorg nodig hebben vanwege chronische ziekten, lichamelijke beperkingen of dementie en de zorg thuis moeilijk wordt, komt het verzorgingstehuis in beeld, zegt Luk.
Zorgverzekering voor ouderen in grote steden
Sinds 2016 is er in China een volksverzekering opgezet in vijftien grote steden, zoals Shanghai, Guangzhou, en Chengdu. Elk stad besluit onafhankelijk wie de verzekering krijgt en welke zorg wordt gedekt, zeg Luk. In de meeste steden wordt het geld opgebracht door al bestaande verzekeringen, waarvoor werkende stedelingen toch al moeten betalen. Dus de bevolking hoeft niet per se nog eens extra te betalen voor de ouderenzorg.
Maar er worden nog niet genoeg faciliteiten gedekt door deze zorgverzekering en ook het niveau van de zorg loopt sterk uiteen, zegt Luk. "Sommige ouderen moeten lang wachten tot er een plekje vrijkomt in het verzorgingstehuis, omdat er te weinig bedden zijn. En diegenen die wel in een verzorgingstehuis zijn opgenomen, krijgen niet altijd tijdige zorg vanwege een tekort aan personeel."
Volgens Luk is er nog geen gestandaardiseerde opleiding of een kwalificatiesysteem voor zorgmedewerkers in China.
Toegang tot goede ouderenzorg varieert sterk binnen China, waarbij er vooral verschil zit tussen de rijkere en armere provincies, zegt David Goodman, directeur China studies aan de Universiteit van Sydney.
"Bedenk dat alles dat met welzijn te maken heeft, niet door de centrale overheid wordt geregeld", geeft Goodman aan. "Het zijn de lagere en lokale overheden die verantwoordelijk zijn voor zorg en scholing."
Het komt erop neer dat China voor een uitdaging staat waar nogal laat op is gereageerd, volgens Gu Qingyang, universitair docent aan de National University of Singapore.
"China reageerde zo'n tien jaar later [op de vergrijzing, red.] dan een ontwikkeld land als Japan. Pas zo'n zes tot zeven jaar geleden werd het éénkindbeleid opgeven [waarbij gezinnen maar één kind mochten hebben, red.]," zegt Gu. "Als ze dat vijf jaar eerder hadden gedaan, had China nu een betere uitgangssituatie gehad."